Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen II

In een eerder blog over de aanstaande Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTRP) besprak ik de grootste aanstaande veranderingen voor Stichting en Vereniging. In dit blog ga ik nog nader in op een aantal relevante andere veranderingen die daarmee op stapel staan.

 

Een aantal belangrijke, zij het minder grote wijzigingen betreft de navolgende:

 

1. Het bestuur kan ontslagen worden door het in de statuten aangewezen orgaan (meestal de partij die het bestuur ook benoemt) èn door eventuele andere, in de statuten aangewezen derden. Bij de instelling van een RvT/RvC of One Tier Board (OTB) met de niet-uitvoerend (mede-)bestuurders kan ieder van deze organen die bevoegdheid langs deze weg dus (mede) krijgen.

2. Ook kan de rechter op verzoek van het Openbaar Ministerie of een andere belanghebbende een bestuurder of toezichthouder, thans op meerdere nieuwe gronden, ontslaan, te weten:

a. wegens verwaarlozing van zijn taak

b. wegens andere gewichtige redenen

c. wegens ingrijpende wijzigingen van omstandigheden op grond waarvan het voortduren van het bestuurder-schap in redelijkheid niet geduld kan worden en

d. wegens het niet of niet behoorlijk voldoen van een bevel van de voorzieningenrechter.

 Bovendien zal deze regeling ook gelden voor commissarissen.

3. Tot benoeming en schorsing kan door zowel het benoemend orgaan als het toezichthoudend orgaan worden besloten, bij een OTB is het bestuur altijd (ook) t.a.v. de uitvoerend bestuurders daartoe bevoegd.

4. Er komt een wettelijke zogenoemde Tegenstrijdig Belang (TB)–regeling, deze voorziet in een wettelijk verbod aan beraadslaging deel te nemen, bij een TB. Letterlijk: Een bestuurder/toezichthouder neemt niet deel aan de beraadslaging en de besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de rechtspersoon en de daaraan verbonden onderneming of organisatie.” Maar wanneer is daarvan sprake? U begrijpt het al: dat hangt ervan af… De jurisprudentie heeft wel een norm (de zgn Bruil-norm) ontwikkeld, waaruit afgeleid kan worden dat, heel grof gezegd, bij de noodzakelijke twijfel, gezien het betreffende geval, niet ingehaald had mogen worden.

Hoe in zo’n geval te handelen?  Bij de Stichting beslist dan- in geval van een TB bij het bestuur- de RvC of als dat niet kan wegens afwezigheid of een eigen      TB- het bestuur alsnog zelf, onder vastlegging van de overwegingen, bij de Vereniging eveneens de RvC/RvT of anders de AV, tenzij een en ander in de statuten anders is geregeld.

5. Er moet statutair in een Belet- en Ontstentenisregeling worden voorzien. Dit geeft aan wat te doen bij afwezigheid van het bestuur/RvC. Modernere statuten kennen overigens vaak al zo’n regeling.

Daarnaast zijn er nog verschillende kleinere veranderingen, zowel voor de vereniging als voor de stichting. Hieronder een overzicht van onderwerpen waarin wijzigingen zullen optreden of die voor het eerst worden geregeld:

 

Vereniging:

  • Bindende voordracht bestuurder
  • Bezoldiging Bestuur en RvC
  • Raadgevende stem Bestuur en RvC in AV
  • AV bepaalt of bestuurder uitvoerend of niet is
  • Taakverdeling OTB, voorzitterschap door Niet-Uitvoerend Bestuurder (NUB), moet natuurlijk persoon zijn
  • Besluitvorming volgens taakverdeling
  • Niet meebeslissen Uitvoerend Bestuurder(UB) over bezoldiging UB
  • RvC/RvT-leden moeten natuurlijke personen zijn
  • Gegevensverschaffing en periodieke info door bestuur aan RvC
  • Informatie bij aanbeveling voordracht commissaris

 

Stichting:

Voor de Stichting gelden veel van dezelfde wijzigingen als die voor de vereniging gelden. Hieronder is  nog een aantal specifieke nieuwigheden voor de stichting opgesomd.

  • Statuten bevatten regeling benoeming en ontslag commissarissen
  • Bestuursverbod na ontslag
  • Rechter kan herstel arbeidsovereenkomst niet uitspreken
  • RvC kan bestuurslid schorsen

 

En nu maar afwachten of de Tweede Kamer nog deze maand het wetsvoorstel inderdaad gaat goedkeuren en aan de Eerste Kamer gaat voorleggen.

Zoekt u antwoord op vragen over deze materie of wenst u overleg of advies over de te maken keuzes, dan kunt u zich wenden tot Jeroen van Wassenaer van ons kantoor.