Deadlock en Shoot-out

Vaak hebben aandeelhouders uiteenlopende belangen bij een B.V. en meningsverschillen over het beleid zijn dan onvermijdelijk. In een vorig blog behandelden wij hoe minderheidsaandeelhouders hierbij kunnen voorkomen dat zij overstemd worden. In het geval u en uw zakenpartner ieder de helft van de aandelen houdt en u met elkaar het bestuur van uw onderneming vormt, kan veelal geen besluit worden genomen. Hierdoor belandt de onderneming in een impasse die ook wel bekend staat als de deadlock.

Om te voorkomen dat de deadlock alleen kan worden opgelost met de trage en kostbare wettelijke geschillenregeling[1] of enquêteprocedure[2] bij de Ondernemingskamer, is het aan te raden om bepalingen over deadlock-situaties in de statuten en aandeelhoudersovereenkomst op te nemen. Zo kan bepaald worden dat de ene aandeelhouder de ander moet uitkopen. Zogeheten shoot-out clausules regelen hoe dit in zijn werk gaat, maar bepalen niet op voorhand wat de prijs van de aandelen wordt, of wie vertrekt en wie blijft.

Shoot-out clausules zorgen voor een snelle, op maat gemaakte geschilbeslechting, waardoor zowel aandeelhouders als onderneming verder kunnen. Bovendien leidt een shoot-out vaak tot een redelijke uitkoopprijs en aangezien het een drastische maatregel is, vormt het bestaan ervan een belangrijke prikkel om de meningsverschillen maar bij te leggen.

De eerste gangbare variant van de shoot-out betreft de Russian Roulette:

Aandeelhouder A noemt een bedrag waarmee hij medeaandeelhouder B wil uitkopen. Nu moet B kiezen of hij A’s bod accepteert, of dat hij voor datzelfde bedrag juist A’s aandelen wil kopen. In beide gevallen dient A de keus van B te accepteren.

Een andere mogelijkheid wordt gevormd door de Texas shoot-out:

A doet een bieding op B’s aandelen. B moet A’s bod aanvaarden, of een hoger tegenbod op A’s aandelen doen. A kan daarna B’s tegenbod aanvaarden, of zelf weer een hoger tegenbod op B’s aandelen doen. Dit herhaalt zich tot geen tegenbod meer volgt. De hoogste bieder betaalt dan de door hem genoemde prijs aan de ander.

Ook kennen we de variant van de Mexican shoot-out:

Hierbij doen A en B gelijktijdig een gesloten bieding op elkaars aandelen. De hoogste bieder krijgt de aandelen van de ander tegen de hoogst geboden prijs. In een variant hierop, hoeft de hoogste bieder slechts het door de ander geboden, lagere bedrag te betalen.

We benoemen tot slot de Fairest bid:

A en B doen gelijktijdig een gesloten bieding op elkaars aandelen. Nu stelt een onafhankelijke deskundige een redelijke prijs van de aandelen vast en de aandeelhouder die met zijn bieding het dichtst bij deze redelijke prijs zat, moet tegen het door hem genoemde bedrag de andere aandeelhouder uitkopen.

Aandachtspunten:

Bij het opstellen van een shoot-out clausule moet aan veel zaken gedacht worden. Kan de clausule bij elk onderwerp van discussie worden ingeroepen of kan dat bijvoorbeeld alleen bij onenigheid over de benoeming of het ontslag van bestuursleden?  Wie neemt het initiatief tot bieden? Is een cooling-down periode tussen de biedingen nodig? Ook dient u rekening te houden met de mogelijkheid dat de winnaar van de shoot-out niet betaalt, of dat de uittredende aandeelhouder een concurrerende onderneming wil beginnen. Elke shoot-out variant heeft zijn voor-en-nadelen en keuze voor een bepaalde variant heeft grote gevolgen.

Conclusie:

Hoewel shoot-out clausules zorgen voor een buitengerechtelijke, eerlijke en effectieve geschilbeslechting, moet u goed opletten bij het opstellen van dergelijke bepalingen. Voor advies over statuten, shoot-out clausules en aandeelhoudersovereenkomsten kunt u terecht bij Jeroen van Wassenaer van ons kantoor.

[1] Art. 2:335 t/m 2:343c Burgerlijk Wetboek

[2] Art. 2:346 Burgerlijk Wetboek

Vaak hebben aandeelhouders uiteenlopende belangen bij een B.V. en meningsverschillen over het beleid zijn dan onvermijdelijk. In een vorig blog behandelden wij hoe minderheidsaandeelhouders hierbij kunnen voorkomen dat zij overstemd worden. In het geval u en uw zakenpartner ieder de helft van de aandelen houdt en u met elkaar het bestuur van uw onderneming vormt, kan veelal geen besluit worden genomen. Hierdoor belandt de onderneming in een impasse die ook wel bekend staat als de deadlock.

Om te voorkomen dat de deadlock alleen kan worden opgelost met de trage en kostbare wettelijke geschillenregeling[1] of enquêteprocedure[2] bij de Ondernemingskamer, is het aan te raden om bepalingen over deadlock-situaties in de statuten en aandeelhoudersovereenkomst op te nemen. Zo kan bepaald worden dat de ene aandeelhouder de ander moet uitkopen. Zogeheten shoot-out clausules regelen hoe dit in zijn werk gaat, maar bepalen niet op voorhand wat de prijs van de aandelen wordt, of wie vertrekt en wie blijft.

Shoot-out clausules zorgen voor een snelle, op maat gemaakte geschilbeslechting, waardoor zowel aandeelhouders als onderneming verder kunnen. Bovendien leidt een shoot-out vaak tot een redelijke uitkoopprijs en aangezien het een drastische maatregel is, vormt het bestaan ervan een belangrijke prikkel om de meningsverschillen maar bij te leggen.

De eerste gangbare variant van de shoot-out betreft de Russian Roulette:

Aandeelhouder A noemt een bedrag waarmee hij medeaandeelhouder B wil uitkopen. Nu moet B kiezen of hij A’s bod accepteert, of dat hij voor datzelfde bedrag juist A’s aandelen wil kopen. In beide gevallen dient A de keus van B te accepteren.

Een andere mogelijkheid wordt gevormd door de Texas shoot-out:

A doet een bieding op B’s aandelen. B moet A’s bod aanvaarden, of een hoger tegenbod op A’s aandelen doen. A kan daarna B’s tegenbod aanvaarden, of zelf weer een hoger tegenbod op B’s aandelen doen. Dit herhaalt zich tot geen tegenbod meer volgt. De hoogste bieder betaalt dan de door hem genoemde prijs aan de ander.

Ook kennen we de variant van de Mexican shoot-out:

Hierbij doen A en B gelijktijdig een gesloten bieding op elkaars aandelen. De hoogste bieder krijgt de aandelen van de ander tegen de hoogst geboden prijs. In een variant hierop, hoeft de hoogste bieder slechts het door de ander geboden, lagere bedrag te betalen.

We benoemen tot slot de Fairest bid:

A en B doen gelijktijdig een gesloten bieding op elkaars aandelen. Nu stelt een onafhankelijke deskundige een redelijke prijs van de aandelen vast en de aandeelhouder die met zijn bieding het dichtst bij deze redelijke prijs zat, moet tegen het door hem genoemde bedrag de andere aandeelhouder uitkopen.

Aandachtspunten:

Bij het opstellen van een shoot-out clausule moet aan veel zaken gedacht worden. Kan de clausule bij elk onderwerp van discussie worden ingeroepen of kan dat bijvoorbeeld alleen bij onenigheid over de benoeming of het ontslag van bestuursleden?  Wie neemt het initiatief tot bieden? Is een cooling-down periode tussen de biedingen nodig? Ook dient u rekening te houden met de mogelijkheid dat de winnaar van de shoot-out niet betaalt, of dat de uittredende aandeelhouder een concurrerende onderneming wil beginnen. Elke shoot-out variant heeft zijn voor-en-nadelen en keuze voor een bepaalde variant heeft grote gevolgen.

Conclusie:

Hoewel shoot-out clausules zorgen voor een buitengerechtelijke, eerlijke en effectieve geschilbeslechting, moet u goed opletten bij het opstellen van dergelijke bepalingen. Voor advies over statuten, shoot-out clausules en aandeelhoudersovereenkomsten kunt u terecht bij Jeroen van Wassenaer van ons kantoor.

[1] Art. 2:335 t/m 2:343c Burgerlijk Wetboek

[2] Art. 2:346 Burgerlijk Wetboek