In het eerste blog in deze serie besprak ik een aantal citaten uit het interview met destijds CEO van C&A, Maurice Brenninckmeyer en waarin met name werd ingegaan op het element familie. In dit tweede en laatste blog hierover ga ik nader in op enkele citaten uit het boek over C&A van Mark Spoerer die meer de bedrijfsvoering binnen het familiebedrijf betreffen.
Citaat (vrij vertaald) :
(Algemeen over bedrijven, ook en met name: niet-familiebedrijven)
“Er bestaat binnen ieder bedrijf vanuit het zgn Agent/Principaal-idee (waarin de eigenaar de Principaal en de Manager de Agent is) een gespannen verhouding tussen de eigenaar en de manager van een bedrijf. De drie belangrijkste factoren daarvoor binnen deze verhouding zijn: een verschil in belangen, informatieasymmetrie en de onmogelijkheid van algehele contrôle.
een verschil in belangen:
De manager (“Agent”) , die de onderneming naar de wensen van de eigenaar (“Principaal”) moet drijven, heeft zelf andere belangen dan de eigenaar: zoals iedere (andere) werknemer wil de manager in principe veel geld verdienen, maar daarvoor niet teveel en niet te lang werken. De eigenaar-aandeelhouder daarentegen wil, dat de onderneming het door hem geïnvesteerde geld zo rendabel mogelijk maakt en de manager dus door diens noeste arbeid zoveel mogelijk winst voor de eigenaar genereert.
Ook de tijdshorizon is voor beiden verschillend: de manager verlaat de onderneming op enig moment, uiterlijk bij zijn pensionering. Voor de eigenaar daarentegen geldt de onderneming doorgaans als de belangrijkste continue bron van inkomsten voor hemzelf en zijn familie. Hij kijkt en denkt dan ook veel meer op langere termijn: in ieder geval tot aan zijn dood en vaak kijkt hij daaraan nog voorbij en denkt dan aan zijn kinderen en kleinkinderen.
informatieasymmetrie en de onmogelijkheid van algehele contrôle:
Zou de eigenaar volledige macht en contrôle over het handelen en denken van de manager hebben, dan zou dit verschil irrelevant zijn. Probleem is echter, dat dit zich in de praktijk niet voordoet: daarvoor is de onderneming ook te complex.
Dit levert de manager een duidelijke informatievoorsprong op: voordat de manager aan de eigenaar een deelname in een lucratieve zaak voorstelt, zal hij zeker afwegen of dat hem niet heel erg veel extra tijd zou gaan kosten. Ook het hem aanbieden van een winstaandeel biedt daartegen niet q.q. de oplossing. Er bestaat uiteindelijk geen instrument om dit verschil echt helemaal weg te nemen”.
(Nu specifiek over het familiebedrijf):
“Het mooie nu van een familiebedrijf is, dat daar die verschillen veel minder uitdrukkelijk aanwezig zijn en het genoemde belangenonderscheid ook kleiner is. Een manager van buiten de familie kan erop aansturen dat het hem toevertrouwde bedrijf enkele jaren heel hoge winsten maakt. Maar zodra hij dan vertrekt blijft de onderneming met de gevolgen daarvan achter. Voor een eigenaar is het verplicht moeten aantrekken van een manager uit de familie natuurlijk een beperking. Maar: een familielid als manager heeft, als gezegd, een langere horizon en wil de familie ook graag blijvend te vriend houden: hij kijkt wel uit wat ie doet!
En dat blijkt van belang: algemeen wordt –ook empirisch- aangenomen, dat de voordelen van een kleinere belangentegenstelling en van minder noodzaak tot contrôle ruim opwegen tegen een eventueel mindere prestatie van het familielid als manager in het familiebedrijf: Ze zijn loyaler, hetgeen een door hen tekortschieten in de algemeen voor goede managers noodzakelijke kwaliteiten hen juist doet (over-) compenseren. Daaruit valt ook te verklaren, dat familiebedrijven ook vandaag, in een sterk concurrerende wereld, nog steeds niet verdrongen zijn”.
Ik eindig deze serie met een herhaling van een citaat uit het interview met Maurice Brenninckmeyer : “Zich enkel op het sluiten van transacties richten roept in de mens het slechtste op; voor mensen binnen een familiebedrijf blijven echter ook de onderlinge verhoudingen tussen mensen van belang, dat biedt haar een krachtig voordeel”.
Waarvan akte!
Heeft u vragen over bovenstaande of hulp nodig bij een familiestatuut of code, dan ben ik graag bereid u daarover te woord te staan.