Problemen vanwege de familieband bij gezamenlijk bezit en wat ertegen te doen


Onderstaand mijn derde en laatste artikel zoals onlangs gepubliceerd in Familiebedrijf in Beeld.
Het eerste ging over waarom de familie zo’n sterke band met het familiebedrijf heeft. Het volgende artikel ging over de oorzaak van vaak daaruit voortkomende problemen. In het onderstaand uitgewerkte artikel uit Familiebedrijf in Beeld zal ik enkele van die problemen nader bespreken en aandacht besteden aan wat daartegen als familie te doen is.

Problemen

Ik beschreef eerder een aantal typische voorbeelden van een op behoud gerichte visie. Zoals, dat door het familiebedrijf niet zozeer telkens méér winst gemaakt en uitgekeerd hoeft te worden, als dat al kàn: een gezond voortbestaan binnen de familie wordt uiteindelijk belangrijker gevonden.
Deze houding kan inmiddels zelf weer flink botsen met de later opkomende behoeften van enkele leden der familie aan maandelijks dividend of van vergoeding door het bedrijf van de belastingaanslag vanwege het bezit.
Belangrijker is echter nog de spanning die een dergelijk principe kan veroorzaken met de noodzakelijke bedrijfsvoering van het bezit. Die kan immers nodig maken om te reserveren voor te plegen investeringen of zelfs om bij te storten door de familie/aandeelhouders.

DE TROONOPVOLGER VERSUS DE
ANDEREN EN HUN GELIJKBERECHTIGING
JEROEN VAN WASSENAER | 14-06-2022
Het eerstgeboorterecht
Het betreft in Nederland een thema dat iedere familiebedrijfsbezitter met meerdere nakomelingen kent: “Hoe houd ik de zaak nog bijeen en binnen de familie, zonder boze blikken wegens onderbedeling van de andere kinderen?” En tussen die kinderen onderling gaat het probleem verder, zoals bijvoorbeeld in de volgende situatie: “Ik ben gescheiden en moet rondkomen met de kinderen van een karige alimentatie waarmee ik mijn oude levensstandaard niet kan volhouden en mijn broer maakt inmiddels mooie sier met nota bene een bezit, dat (eigenlijk) ook van mij is maar waaraan ik niet komen mag, want dat moet bijeen en in de familie blijven.” Maar die broer werkt dag en nacht en tegen een matige vergoeding omwille van datzelfde doel: bijeen houden en in de familie. Om haar vanwege haar persoonlijke omstandigheden financieel tegemoet te komen moet zij uitgekocht worden, maar vaak kunnen de anderen dat (financieel) niet bolwerken. Dus dan moet ofwel het familiebedrijf alsnog verkocht, geliquideerd worden, ofwel een lening opgenomen worden met de aandelen of activa als onderpand. Maar hoe, waarvan? Die spanning wordt de uittreedster–in-spe verweten, maar die kan vaak niet anders. Met allerlei hulpmiddelen wordt inmiddels vanuit die gelijkheidheidsgedachte getracht een versnippering te voorkomen en niettemin het familiebedrijf slagvaardig te kunnen (laten) managen en besturen. Door de zeggenschap af te splitsen van de (veeltallige) eigendom. Bijvoorbeeld door inbreng van de aandelen in een STAK tegen uitgifte van (stemrechtloze, maar wel dividendgerechtigde) certificaten aan de overige familieleden en met steun van de fiscale regelingen zoals de BOR. Of door uitgifte van stemrechtloze aandelen en/of prioriteitsaandelen. En zo kan de overdrager tòch die gewenste opvolger aan het roer zetten.

WANTROUWEN JEGENS DE OPVOLGER
04-04-2022
Wat men ook vaak ziet is, dat deze roerganger, de “eerstgeborene”, door de anderen binnen de familie niet geheel in zijn kwaliteiten wordt vertrouwd, niet bekwaam genoeg wordt bevonden om adequaat te managen en beheren/besturen (“een externe deskundige is veel beter”). Men kent hem of haar immers als kind en familielid en beoordeelt hem of haar op zijn/haar zakelijke kwaliteiten vanuit dat familiesysteem, subjectief, zeg maar. Emotioneel blijft het daardoor een levend onderwerp dat tot (soms voor het bedrijf fatale) strijd kan leiden. Het is dan goed om te beseffen dat dit dus niet in de persoon van de eerstgeborene ligt, maar in de casuspositie an sich.
Uit een studie over familiebedrijven is gebleken dat zo’n
zoon/eerstgeborene/opvolger vanwege zijn familieloyaliteit, ondanks dat hij misschien minder dan een externe man functioneert, het per saldo tòch beter voor het familiebedrijf doet.
RISICO VAN AFNEMENDE BETROKKENHEID.
08-03-2022
Echter neemt met het wegvallen van stemrecht de (voor het voortbestaan van het gemeenschappelijk bezit essentiële) betrokkenheid van de anderen dan de opvolger-bestuurder in aanzienlijke mate af. Met alle negatieve gevolgen voor het duurzaam behoud van dien: als deze “gratis ambassadeurs” afhaken en/of als zij hun aandeel willen verzilveren brengt dat het bezit in gevaar. Daarom wordt vaak tegelijkertijd actief beleid met name richting de volgende generatie (de zgn “Next Gen”) gevoerd om hen betrokken te maken en houden.
WAT TE DOEN, ALS FAMILIE?
JEROEN VAN WASSENAER | 07-02-2022
Hulp bieden, ieder naar eigen kwaliteit, aan die oudste/opvolger, vertrouwen hebben en tonen in zijn/haar inzet en kunnen, loyaliteit aan de familie en het bedrijf en het zo nodig kunnen terug (laten) vallen op een ondersteunende adviseur zijn dan goede uitgangspunten om de eigen situatie telkens weer te spiegelen aan de gedachte dat het niet aan die eerstgeborene als persoon, maar aan de casus zelf ligt.
Veel familieleden blijven dan ook, ondanks botsing met hun directe individuele belangen, loyaal, uiteindelijk ook vanuit het welbegrepen eigenbelang. Immers: ”het verlies van de zaak is ook voor henzelf het eind van het vermaak”.