speciale editie
Of je nu bijbels georiënteerd bent of niet, de parabel van de terugkeer van de verloren zoon bevat interessante lessen voor iedereen die te maken heeft met een familiebedrijf. Govert Lagrouw is hoofdredacteur en uitgever van het vakblad Familiebedrijf in Beeld. Jaarlijks komt hij over de vloer en spreekt met rond de 100 familiebedrijven in heel Nederland. Een van zijn favoriete gesprekspartners is Jeroen van Wassenaer, advocaat bij Jeroen van Wassenaer advocaat en mediator (https://jeroenvanwassenaer.nl/) in Amsterdam en specialist in familievetes.
Govert aan Jeroen: “Je sprak mij pas over die verloren zoon, een verhaal dat ik ken. Bijbels opgevoed als ik ben. Maar waar ligt de link met het
familiebedrijf?”Jeroen: ”Dat verhaal, een parabel, gaat eigenlijk over onvoorwaardelijke liefde als het grote verschil tussen familiebedrijven en andere bedrijven.” Govert: “Vertel Jeroen, leg eens uit, ik ben benieuwd.”
Jeroen: ”Dat zit zo: “Ieder familiebedrijf laat vol trots aan haar relaties weten dat zij een echt familiebedrijf is. Want dat geeft vertrouwen aan diezelfde relaties. Het impliceert de boodschap dat dit familiebedrijf als toeleverancier of samenwerkingspartner te vertrouwen is. Een man een man, een woord een woord. Dat er keihard en toegewijd gewerkt wordt. Dat er maximale betrokkenheid bestaat en de menselijke maat gehanteerd wordt. Eigenlijk totale onzin: want al die prachtige kwaliteiten worden voor en door de mensen binnen dat familiebedrijf zelf gehanteerd. Maar is daarmee ook gezegd dat de klant en toeleverancier dezelfde zegen ten deel valt? Misschien wel. Misschien ook niet. Waar ligt dat dan aan? Binnen je familie gedraag je je vanuit een onwrikbaar basisvertrouwen. Bij fouten wordt vergiffenis en herkansing geboden. Waarin ook zakengedaan worden zonder eigenbelang: het dienen van het belang van de ander geeft zelf al genoeg vreugde. Die mentaliteit, dáár gaat het bij een familiebedrijf volgens mij om. En het kàn haast niet anders, of je straalt ook naar de klanten uit zo te willen handelen. Vergeven, herkansen, het is misschien te vatten binnen het meer juridische begrip van redelijkheid en billijkheid bij het zaken doen. Het gaat daarbij in de kern om die houding binnen de familie van het familiebedrijf: die bepaalt de sfeer in het familiebedrijf. Als je binnen de familie die mentaliteit niet hebt, dan kùn je die ook niet in het familiebedrijf en naar buiten hanteren en dus ook niet uitstralen. In mijn praktijk kom ik ze voortdurend tegen: familieleden die elkaar niet meer spreken, of in ieder geval mijden als de pest en het liefst geheel langs elkaar heen leven. Niet zelden komt dat voort uit een gevoel dat de ander bevoordeeld wordt (ook in de vorm van hetzelfde deel krijgen zonder dezelfde inspanning te hebben verricht). Jaloezie dus. Of afgunst.
Voorbeeld: de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) heeft (zolang hij zo nog
bestaat…) ten doel om degene die het familiebedrijf voortzet met fiscale voordelen daartoe aan te moedigen. Degene die bij de erfenis uit het bedrijf stapt valt dat voordeel dus niet toe. Eist deze dan een volstrekt gelijk erfdeel op, kan, neen: moet dan met dat BOR-voordeel rekening gehouden worden en de uittreder ervan mee profiteren ten nadele van waarvoor de regeling bedoeld is: de achterblijvende anderen? Of je nu bijbels georiënteerd bent of niet, de parabel van de terugkeer van de verloren zoon bevat hierbij interessante lessen. Het verhaal gaat over een vader met twee zoons. De jongste zoon eist zijn erfenis op van zijn vader. Zodra hij deze ontvangt, trekt hij weg, verkwist het geld in het buitenland en raakt aan de bedelstaf. Met spijt verlangt hij terug naar huis. Als hij daadwerkelijk terugkeert, is de vader zo blij dat hij zijn oudste zoon het beste lam laat slachten en een feestmaal aanricht. De oudste zoon is boos: hij is trouw gebleven en heeft altijd hard gewerkt en nu dit. De vader wijst hem erop, dat alles van hem ook van de oudste zoon is en er nu gefeest moet worden omdat de verloren andere zoon weer is teruggekeerd.
Om het met Henry Nouwen, auteur van ‘Eindelijk thuis’, te spreken: we zijn allemaal de verloren zoon en de jaloerse broer, maar moeten de barmhartige vader worden.” In dat streven ligt de kern van de meerwaarde van het familiebedrijf. En de oplossing van de talrijke conflicten daarbinnen. En dat krijgt de buitenwacht mee. Wie wil nu géén zaken met zo’n familiebedrijf doen?
Direct contact via de mail? Klik hier.