Omgaan met spanningen over de opvolging van het Familiebedrijf


speciale editie

Govert Lagrouw is hoofdredacteur en uitgever van het vakblad Familiebedrijf in Beeld. Jaarlijks komt hij over de vloer en spreekt met rond de 100 familiebedrijven in heel Nederland. Groot en klein. Van keukenbedrijf, tot transporteur en van scheepsbouwer tot installateur. Een van de meest controversiële gesprekken bij die bedrijven gaat altijd over opvolging. Met name de spanningen die daarmee gepaard gaan. Govert heeft daar zo zijn eigen ideeën over. Hij vond het interessant om dat eens met een expert te bespreken. Zo’n expert is Jeroen van Wassenaer. Advocaat bijJeroen van Wassenaer advocaat en mediator (https://jeroenvanwassenaer.nl/)in Amsterdam en specialist in familievetes.


1. Jeroen: “Jaha, spanningen over het gekoesterde familiebedrijf: ik hoor sinds ik me daar als mediator, vergadervoorzitter en advocaat op richt niet anders meer! De oudste zoon volgt niet op, want vader is teleurgesteld in hem, met zusje-lief is nauwelijks nog contact gezien haar opstelling inzake het Familiebedrijf. Dat alleen al was de oogst van gisterenavond, en zo gaat het maar door!

Uit tal van studies blijkt, dat heel erg veel leden van families met een familiebedrijf (of ander familiebezit) daar mee te maken hebben. Ik ga niemand op deze plaats vermoeien met de oorzaken daarvan (hoe interessant die ook zijn!), maar met de vraag: Wat kun je daar nu het beste tegen doen? Welnu, ik denk dat voorkomen moet worden dat serieuze spanningen überhaupt kunnen opkomen als belemmerende factor voor het nemen van noodzakelijke besluiten. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Want dat vergt heel veel energie en geduld zònder dat er een (althans acuut) probleem is. Dat gaat dus niet vanzelf. Dat vergt objectief en van eigen emoties ontdaan inzicht in de familiale situatie, wijsheid, een flinke dosis empathie en een vooruitziende blik. Ook moet de hele governance nu al op orde zijn of nu gebracht worden, zodanig, dat er ook bij spanningen nog steeds en tijdig besluiten genomen kunnen worden, waar ieder zich bij neerlegt. Denk met name aan afspraken over welke meerderheden voor stemmen bij telkens welke typen van besluiten horen (gewone, gekwalificeerde en/of bij unanimiteit te nemen besluiten).

Tot slot, maar zeker niet het minste: Als je dit soort zaken gaat aankaarten bij de familie, hoe gaat dat dan bij hen overkomen, denk je? Want dat moet, wil het een kans van slagen hebben en die heb je maar één keer- wèl gebeuren door iemand die het gezag en vertrouwen geniet van allen. Bent u dat? Of moet er een derde, van buiten maar wel vertrouwd voor- of naast gezet worden?
Zoals een inmiddels helaas gestorven vriend eens zei: “haast u als u tijd heeft, dan heeft u tijd als u haast hebt’. Ik wens u hiervoor alle tijd en wijsheid toe.