Opvolging familielandgoed, is niet van later, maar speelt continu

De FPG is eind oktober gestart met de Leergang Opvolging om de volgende generatie stevig voor te bereiden op een opvolging als landgoedeigenaar. In dit artikel delen Jeroen van Wassenaer van landgoed Nederhemert en Julius Heyning hun ervaringen en visie over de kwestie opvolging bij een familielandgoed.

Maarten van Voorst Vader, stafmedewerker

Advocaat Jeroen van Wassenaer is ondernemingsrecht advocaat, mediator en
vergadervoorzitter bij Loyal Lawyers in Amsterdam. Hij is specialist in het adviseren bij
FPG vastgelopen besluitvorming in familiebedrijven, landgoederen, stichtingen en verenigingen. Naast de ervaring met het eigen Landgoed Nederhemert, heeft Van Wassenaer veel vrienden en kennissen met dezelfde ervaring.
Julius Heyning woont in Hilversum. In het dagelijks leven is hij Growth & Strategy Director bij Gekko, een startup in administratie software voor zzp’ers. Van kinds af aan bracht hij vaak zomers door op Landgoed Ullerberg in Leuvenum dat door zijn over-overgrootvader meer dan 100 jaar gele den werd aangekocht voor zijn vrouw vanwege de goede, droge lucht in het gebied. Heyning is ook al jaren actief bij Jong Particulier Grondbezit (JPG) en is nu voorzitter. Het JPG heeft als doel het verbinden van jongeren en het over dragen van kennis. “Tijdens activiteiten komen wij op vele bijzondere plekken waar met passie de landgoederen in stand worden gehouden. Maar ook zie ik de lasten. Voor die tomeloze inzet heb ik heel veel respect.”

Is opvolging een belangrijk thema bij familieland goederen?
Van Wassenaer: “Absoluut! Omdat dynastieke belangen met individuele belangen samenkomen. De continuïteit komt op de agenda binnen families en de toekomst van het landgoed leidt tot her reflectie van de tot dan toe gevoerde lijn.” Heyning: “Een landgoed is niet alleen een lust, maar ook zeker soms een last. Veel jongeren gaan eerst studeren, een gezin stichten en carrière maken. Dat is voor veel generatiegenoten niet het moment om met een landgoed bezig te zijn. Daar naast hebben sommige oudere generaties het idee dat de jongeren het niet interessant vinden of de opvolging niet aankunnen. Ik heb letterlijk gehoord dat die snotneus zich er niet mee moet bemoeien’. Maar die ‘snotneus’ zal het toch een keer moeten gaan overnemen.”

Wordt er voldoende aandacht besteed aan het onderwerp bij families?
Van Wassenaer vindt van wel, maar niet altijd tijdig: “Het échte gesprek tussen overdrager en op volger mist vaak.” De wensen, toekomstvisies en scenario’s van de huidige generatie worden soms niet vroeg genoeg gedeeld met de volgende. Het thema opvolging is soms ook meer gedreven van uit de druk van de volgende generatie, ouderdom of fiscaliteit, dan vanuit een intrinsieke motivatie. Heyning: “Daarom is het belangrijk dat de generaties op tijd het gesprek met elkaar aangaan. Daar horen wij vanuit de JPG grote verschillen over. Sommige families hebben interne leergangen, nodigen jongeren uit om aan te schuiven. Op andere plekken voeren ‘de grijze haren’ het beleid, zonder de jongeren erbij te betrekken. Dat is een gemiste kans.”

Kan je de familiedynamiek bij een opvolging beschrijven?
Het ligt in elke familie anders, antwoordt Van Wassenaer. De ene wil dat de ‘Benjamin’ ook een kans moet krijgen, bij de andere familie is de schoonzoon ook heel capabel. “Mijn ervaring is vaak dat omdat het ene familielid vóór, de ander juist tégen is. Dat frustreert besluitvorming.” Heyning legt uit dat bij families veel emotie zit. Misschien zit er oud zeer of zijn er frustraties die aan de volgende generatie worden meegegeven. Dat maakt het extra lastig. Bij een beursgenoteerd bedrijf kan je een bestuurder ontslaan, bij familie niet.”
Heyning beaamt dat: “Je zal open met elkaar moe ten zijn en er ook niet voor schromen om externe hulp in te roepen indien dat nodig is.” Kortom, begin het gesprek op tijd, wacht er niet mee, luidt de eenduidige conclusie van beiden. Ook wanneer opvolging nog niet op korte termijn aan de orde is.

Hoe kun je hiermee omgaan?
Van Wassenaer geeft aan om vooral te communiceren en anders eigendom en zeggenschap te scheiden. Elkaar durven en mogen bevragen, luis teren en doorvragen, en vooral rekening houden met ieders emotie. Eventueel tijdig een derde partij erbij betrekken.

Hoe kunnen jullie helpen met het opvolgings vraagstuk?
Van Wassenaer geeft aan dat hij die derde vertrouwenspersoon kan zijn waar een conflict sluimert en potentieel in de weg staat voor een goede toekomst van een landgoed. “Mijn norm van han delen daarbij is altijd het belang van het landgoed en het bijeen blijven van de familie te dienen.” Heyning wil met JPG laten zien hoe het er op andere landgoederen aan toe gaat om daar van te leren. “Daarnaast raadplegen wij ook altijd een expert over bepaald onderwerpen, bijvoorbeeld fiscaliteit, notariële overdracht, bosbeheer of een architect voor het ontwerp van een nieuw land goed. Wij zien hele enthousiaste specialisten die graag hun verhaal en ervaringen delen. Om daarna de dag af te sluiten met een gezamenlijke borrel.”