Met de inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht (hierna: Flexwet) is de regeling voor het certificeren van aandelen herzien. De grootste verandering is de mogelijkheid tot het verbinden van een vergaderrecht aan de certificaten. Zoals in het vorige blog was genoemd, worden certificaten namelijk niet meer “met medewerking van de vennootschap” uitgegeven. Tegenwoordig wordt statutair bepaald of er vergaderrecht aan de uitgegeven certificaten is verbonden. Dit blog zal dieper ingaan op de positie van de certificaathouder (met of zonder vergaderrecht), sinds de inwerkingtreding van de Flexwet. Die positie van certificaathouders kan vooral van belang zijn in Familiebedrijven, waar soms behoefte is aan beperking van zeggenschap. De rechten die een certificaathouder heeft, luiden als volgt:
Rechten certificaathouder (met vergaderrecht):
- Vergaderrecht (de algemene vergadering bijwonen en daar het woord voeren)
- Bijeenroepingsrecht
- Machtigingsrecht tot bijeenroeping
- Oproepingsrecht
- Agenderingsrecht
- Instemmingsrecht
- Instemmingsrecht over wijze van besluitvorming buiten vergadering
- Recht van inlichtingen
- Recht van inzage van de jaarrekening en het jaarverslag
- Recht bij voorstel tot wijziging van de statuten
- Houder van het certificaat behoort tot kring van betrokkenen
- Mogelijkheid om besluiten van de vennootschap in rechte te laten vernietigen
- Recht om ingeschreven te worden in het aandeelhoudersregister
- Recht van inzage in het aandeelhoudersregister
- Recht van inzage in de beschrijving van de inbreng op aandelen anders dan in geld
- Recht van instemming in het wijzigen van het vergaderrecht van certificaathouders, mits niet uitdrukkelijk in de statuten de mogelijkheid tot wijziging was voorbehouden (tijdens het toekennen van het vergaderrecht)
Rechten van alle certificaathouders (dus ook zonder het vergaderrecht):
- Het recht van enquête, mits aan de voorwaarden wordt voldaan
- Recht op uitkering
- Rekening en verantwoording van de STAK
- Recht op inzage in de boeken en bescheiden en andere gegevensdragers van de BV na haar ontbinding
- Recht op gelijke behandeling ten opzichte van andere certificaathouders die zich in gelijke omstandigheden bevinden
- Recht op inzage in of een afschrift van een beperkte balans en toelichting, indien de vennootschap geen winst beoogt en publicatie dus achterwege blijft
Uit het bovenstaande blijkt dat de certificaathouder zonder vergaderrecht een aantal rechten mist die de certificaathouder met vergaderrecht wel heeft, waardoor hij bijvoorbeeld niet kan meepraten over de beslissingen die gemaakt worden in de algemene vergadering (deze kan hij zonder het vergaderrecht niet bijwonen). Dit zorgt voor een minder sterke positie tegenover de certificaathouders met vergaderrecht en de aandeelhouders van een vennootschap, dus ook indien deze laatsten stemrechtloze aandelen zouden betreffen. Wel kan de certificaathouder zonder vergaderrecht belanghebbende zijn in de vennootschap, waardoor hij bijvoorbeeld het recht van enquête heeft. Daarnaast is hij niet enkel beperkt tot de algemene rechten die hierboven staan opgesomd. De STAK (die immers namens de certificaathouder optreedt in de algemene vergadering en die de certificaten uitgeeft aan de certificaathouders) heeft namelijk wel een goede positie, aangezien de STAK als houder van aandelen vergaderrecht én stemrecht heeft. De STAK moet tegenover zijn certificaathouders handelen naar de redelijkheid en billijkheid, aangezien er sprake is van een contractuele relatie tussen de STAK en de certificaathouder. De STAK kan daardoor niet zomaar handelen buiten het belang van haar certificaathouders (met of zonder vergaderrecht).
Er bestaat dus een verschil tussen de certificaathouder met vergaderrecht en de certificaathouder zonder vergaderrecht. Duidelijk is dat de certificaathouder met vergaderrecht meer invloed kan hebben op de vennootschap dan de certificaathouder zonder het vergaderrecht. Omgekeerd, vanuit het Familiebedrijf geredeneerd: wilt u slagvaardig te werk kunnen (blijven) gaan, ook in de besluitvorming binnen de aandeelhoudersvergadering, dan is het uitgeven van certificaten zonder vergaderrecht aan de familieleden- aan wie u slechts dividend wilt laten toekomen- een goed instrument.
In het volgende blog zal ik ingaan op de positie van de stemrechtloze aandeelhouder tegenover de positie van de certificaathouder met vergaderrecht: is er eveneens een verschil tussen die twee houders?
Zoekt u antwoord op vragen over deze materie of wenst u overleg of advies over de te maken keuzes, dan kunt u zich wenden tot Jeroen van Wassenaer van ons kantoor.