In het vorige blog werd onder meer de betrokkenheid van de overdrager na de bedrijfsoverdracht aangestipt. In dit blog wordt dit onderwerp verder uitgediept. De diverse mogelijkheden van formele betrokkenheid komen aan de orde, evenals de verschillen in aansprakelijkheid daartussen.
Raad van Commissarissen
Een eerste optie is om de overdrager plaats te laten nemen in de Raad van Commissarissen (RvC). De taak van de RvC is toezichthouden op en adviseren van het bestuur van de vennootschap. Hierbij richt hij zich op het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. De RvC opereert onafhankelijk van het bestuur.
Een belangrijke vraag bij deze opzet is in hoeverre de overdrager, in de hoedanigheid van commissaris, onafhankelijk van de aandeelhouders, en dus van de familie, kan zijn. Het gevaar bestaat dat hij moeite heeft om het beleid van zijn opvolger, die immers bestuurder is, objectief te beschouwen. Bovendien kan het gebeuren dat de overdrager, als voormalig bestuurder, de RvC te veel gaat overheersen. Daar staat tegenover dat de ervaring en kennis die de overdrager met zich meeneemt van grote waarde kunnen zijn voor de RvC.
Verder is het van belang om in de gaten te houden dat bij grote vennootschappen die onder het structuurregime vallen de RvC aanzienlijke bevoegdheden heeft, waaronder benoeming en ontslag van het bestuur. Het is de vraag of de opvolger en overdrager elkaar in een dergelijke context willen tegenkomen.
One-tier board
Een tweede mogelijkheid is om te werken met een zogenaamde one-tier board. De toezichthouders komen dan direct in het bestuur te zitten in de hoedanigheid van niet-uitvoerende bestuurders. Een RvC is er dan niet.
Een voordeel van dit model is dat de toezichthoudende, niet-uitvoerende, bestuurders betere en snellere toegang tot informatie kunnen hebben dan de RvC. Een ander voordeel is dat het voor de overdrager mogelijk blijft om direct betrokken te blijven bij de dagelijkse gang van zaken binnen het familiebedrijf. Dit is ook direct de keerzijde van dit model. Het kan namelijk moeilijk blijken voor de overdrager om voldoende afstand te nemen van de uitvoerende taken van het bestuur, waardoor toezicht en bestuur door elkaar gaan lopen.
Raad van Advies
Tot slot bestaat de mogelijkheid om een Raad van Advies (RvA) in te stellen. Dit orgaan kent, anders dan de RvC en de one-tier board, geen wettelijke grondslag. De RvA dient ertoe om het bestuur van onafhankelijk advies te voorzien en beschikt verder niet over juridische instrumenten. Het bestuur mag de adviezen van de RvA naast zich neerleggen. Een plaats in de RvA is dus vrijblijvender van aard dan een plaats in de RvC of de one-tier board.
Een plaats in de RvA stelt de overdrager hoe dan ook in staat om betrokken te blijven bij de ontwikkelingen binnen de familieonderneming. Een voordeel van de RvA in vergelijking met de andere twee mogelijkheden is dat de overdrager meer op afstand staat en de opvolger minder voor de voeten kan lopen. Een belangrijk nadeel is, zoals gezegd, dat de wet de RvA geen juridische bevoegdheden toekent. Alleen de (statutaire macht van de) algemene vergadering van aandeelhouders blijft dan over om het bestuur te corrigeren.
Verschillen in aansprakelijkheid
Een belangrijk onderwerp bij de keuze uit bovenstaande opties zijn de verschillen in aansprakelijkheid tussen de leden van de one-tier board, RvC en RvA.
One-tier board
In een one-tier board gelden voor de aansprakelijkheid van uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders dezelfde regels. Hierbij is het belangrijk om te weten dat in Nederland het uitgangspunt van het collegiale bestuur geldt. Dit houdt in dat in beginsel het gehele bestuur, inclusief niet-uitvoerende bestuurders, aansprakelijk is bij de onbehoorlijke taakvervulling van een bestuurder, tenzij een individuele (niet-uitvoerende) bestuurder geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van het onbehoorlijke bestuur af te wenden. De bewijslast hiervan ligt bij de individuele bestuurder.
Raad van Commissarissen
Voor een commissaris ligt het anders. Voor hem kan aansprakelijkheid een rol gaan spelen wanneer hij onvoldoende toezicht houdt. Verder kan een commissaris ingeval van faillissement hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor het boedeltekort, indien hij kan worden aangewezen als mede-beleidsbepaler. Een dergelijke situatie kan ontstaan wanneer de overdrager, terwijl hij inmiddels commissaris is, zich intensief is blijven bemoeien met de onderneming.
Raad van Advies
Zoals hierboven is aangegeven is voor de RvA wettelijk weinig geregeld. Evenwel kunnen leden van de RvA als mede-beleidsbepaler aansprakelijk worden gesteld voor het tekort in het faillissement, net als leden van de RvC. Dit zal alleen van belang zijn wanneer de overdrager zich intensief is blijven bemoeien met het besturen van de onderneming.
In dit blog wordt dieper ingegaan op de mogelijkheden waarop u als lid van de one-tier board, RvC of RvA aansprakelijk kunt worden gesteld.
Verder kan Jeroen van Wassenaer van ons kantoor u adviseren over de manieren waarop u na overdracht betrokken kunt blijven bij de onderneming. Hij kan u helpen bij het ontwikkelen en vormgeven van uw wensen.
In het vorige blog werd onder meer de betrokkenheid van de overdrager na de bedrijfsoverdracht aangestipt. In dit blog wordt dit onderwerp verder uitgediept. De diverse mogelijkheden van formele betrokkenheid komen aan de orde, evenals de verschillen in aansprakelijkheid daartussen.
Raad van Commissarissen
Een eerste optie is om de overdrager plaats te laten nemen in de Raad van Commissarissen (RvC). De taak van de RvC is toezichthouden op en adviseren van het bestuur van de vennootschap. Hierbij richt hij zich op het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. De RvC opereert onafhankelijk van het bestuur.
Een belangrijke vraag bij deze opzet is in hoeverre de overdrager, in de hoedanigheid van commissaris, onafhankelijk van de aandeelhouders, en dus van de familie, kan zijn. Het gevaar bestaat dat hij moeite heeft om het beleid van zijn opvolger, die immers bestuurder is, objectief te beschouwen. Bovendien kan het gebeuren dat de overdrager, als voormalig bestuurder, de RvC te veel gaat overheersen. Daar staat tegenover dat de ervaring en kennis die de overdrager met zich meeneemt van grote waarde kunnen zijn voor de RvC.
Verder is het van belang om in de gaten te houden dat bij grote vennootschappen die onder het structuurregime vallen de RvC aanzienlijke bevoegdheden heeft, waaronder benoeming en ontslag van het bestuur. Het is de vraag of de opvolger en overdrager elkaar in een dergelijke context willen tegenkomen.
One-tier board
Een tweede mogelijkheid is om te werken met een zogenaamde one-tier board. De toezichthouders komen dan direct in het bestuur te zitten in de hoedanigheid van niet-uitvoerende bestuurders. Een RvC is er dan niet.
Een voordeel van dit model is dat de toezichthoudende, niet-uitvoerende, bestuurders betere en snellere toegang tot informatie kunnen hebben dan de RvC. Een ander voordeel is dat het voor de overdrager mogelijk blijft om direct betrokken te blijven bij de dagelijkse gang van zaken binnen het familiebedrijf. Dit is ook direct de keerzijde van dit model. Het kan namelijk moeilijk blijken voor de overdrager om voldoende afstand te nemen van de uitvoerende taken van het bestuur, waardoor toezicht en bestuur door elkaar gaan lopen.
Raad van Advies
Tot slot bestaat de mogelijkheid om een Raad van Advies (RvA) in te stellen. Dit orgaan kent, anders dan de RvC en de one-tier board, geen wettelijke grondslag. De RvA dient ertoe om het bestuur van onafhankelijk advies te voorzien en beschikt verder niet over juridische instrumenten. Het bestuur mag de adviezen van de RvA naast zich neerleggen. Een plaats in de RvA is dus vrijblijvender van aard dan een plaats in de RvC of de one-tier board.
Een plaats in de RvA stelt de overdrager hoe dan ook in staat om betrokken te blijven bij de ontwikkelingen binnen de familieonderneming. Een voordeel van de RvA in vergelijking met de andere twee mogelijkheden is dat de overdrager meer op afstand staat en de opvolger minder voor de voeten kan lopen. Een belangrijk nadeel is, zoals gezegd, dat de wet de RvA geen juridische bevoegdheden toekent. Alleen de (statutaire macht van de) algemene vergadering van aandeelhouders blijft dan over om het bestuur te corrigeren.
Verschillen in aansprakelijkheid
Een belangrijk onderwerp bij de keuze uit bovenstaande opties zijn de verschillen in aansprakelijkheid tussen de leden van de one-tier board, RvC en RvA.
One-tier board
In een one-tier board gelden voor de aansprakelijkheid van uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders dezelfde regels. Hierbij is het belangrijk om te weten dat in Nederland het uitgangspunt van het collegiale bestuur geldt. Dit houdt in dat in beginsel het gehele bestuur, inclusief niet-uitvoerende bestuurders, aansprakelijk is bij de onbehoorlijke taakvervulling van een bestuurder, tenzij een individuele (niet-uitvoerende) bestuurder geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van het onbehoorlijke bestuur af te wenden. De bewijslast hiervan ligt bij de individuele bestuurder.
Raad van Commissarissen
Voor een commissaris ligt het anders. Voor hem kan aansprakelijkheid een rol gaan spelen wanneer hij onvoldoende toezicht houdt. Verder kan een commissaris ingeval van faillissement hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor het boedeltekort, indien hij kan worden aangewezen als mede-beleidsbepaler. Een dergelijke situatie kan ontstaan wanneer de overdrager, terwijl hij inmiddels commissaris is, zich intensief is blijven bemoeien met de onderneming.
Raad van Advies
Zoals hierboven is aangegeven is voor de RvA wettelijk weinig geregeld. Evenwel kunnen leden van de RvA als mede-beleidsbepaler aansprakelijk worden gesteld voor het tekort in het faillissement, net als leden van de RvC. Dit zal alleen van belang zijn wanneer de overdrager zich intensief is blijven bemoeien met het besturen van de onderneming.
In dit blog wordt dieper ingegaan op de mogelijkheden waarop u als lid van de one-tier board, RvC of RvA aansprakelijk kunt worden gesteld.
Verder kan Jeroen van Wassenaer van ons kantoor u adviseren over de manieren waarop u na overdracht betrokken kunt blijven bij de onderneming. Hij kan u helpen bij het ontwikkelen en vormgeven van uw wensen.