Door Corona zijn campings in Nederland ineens volgeboekt. Heeft u een camping of ander bedrijf op en voor uw landgoed? Let dan op: misschien heeft u de keuze tussen de BOR en de NSW, die kan grote gevolgen hebben!

In een vorig blog is  aandacht besteed aan de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) voor Familiebedrijven en de kritiek op deze vrijstelling. Een wet die voorziet in een gelijksoortig voordeel is de Natuurschoonwet (“NSW”). De Natuurschoonwet 1928 is in het leven geroepen met de bedoeling er voor te zorgen dat landgoederen in stand blijven. Het belang van het natuurschoon staat hierbij voorop. Met de NSW wilde men voorkomen dat telkens bij verkrijging door schenking of vererving van een landgoed belasting betaald moest worden. De eigenaar werd voordien bij een gebrek aan liquiditeiten telkens bij opvolging genoopt om een deel van het landgoed te verkopen om die belasting te kunnen voldoen. Hoe verhouden deze wetten zich tot elkaar? En in welke voorkomende gevallen is het, als die keuze bestaat, verstandig te kiezen voor de NSW-faciliteit? Of voor de BOR?

De voordelen van beide faciliteiten

Zowel de BOR als de NSW voorziet in een regeling omtrent vrijstelling van schenk- en erfbelasting.

De BOR voorziet in een 100% vrijstelling van schenk- en erfbelasting van ondernemingsvermogen tot €1,1 miljoen. Boven dit bedrag is 83% van het vermogen vrijgesteld. Voor de verschuldigde belasting over het na toepassing van deze percentages resterende belaste deel van de verkrijging kan gedurende 10 jaren rentedragend uitstel van betaling worden gekregen. De onderneming moet, om hiervoor in aanmerking te komen, minimaal 1 jaar bij de erflater of 5 jaar bij de schenker in bezit zijn geweest en de erfgenaam of verkrijger moet de onderneming in ieder geval nog vijf jaar voortzetten. Onder voorwaarden kan een landgoed tot het ondernemingsvermogen gerekend worden en dan voor de BOR kwalificeren.

De NSW-faciliteit maakt een onderscheid tussen publiek opengestelde landgoederen en landgoederen die niet opengesteld zijn. Eigenaren van opengestelde NSW-landgoederen hebben recht op vrijstelling (100%) van schenk- en erfbelasting. Eigenaren van niet opengestelde NSW-landgoederen hebben daarentegen recht op gedeeltelijke vrijstelling (50%) van schenk- en erfbelasting. Aan de faciliteit is de voorwaarde verbonden dat de opvolgend eigenaar het landgoed gedurende 25 jaar in stand houdt. Hierbij is het van belang dat het rangschikkingsbesluit in acht wordt genomen. Onder strenge voorwaarden kan ook een onderneming, als deel van het landgoed, voor de NSW-regeling kwalificeren. Dat kan ook iets anders zijn dan een camping, zoals een golfbaan, speeltuin, café. Een bijkomend voordeel daarvan is, dat er dan ook aanspraak kan worden gemaakt op een volledige vrijstelling voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting.

Keuze tussen de BOR en de NSW

In welke voorkomende gevallen is het nu verstandig voor de BOR te kiezen? Of voor de NSW?

Stel: A exploiteert een camping als eenmansondernemer op zijn eigen NSW-landgoed. De waarde van het landgoed en de camping gezamenlijk bedraagt €3 miljoen. Hiervan is €2 miljoen toe te rekenen aan het NSW-landgoed, de overige €1 miljoen is toe te rekenen aan de camping. Door het corona-virus besluiten steeds meer Nederlanders om in eigen land op vakantie te gaan en de camping is elke week volgeboekt. A denkt hierdoor over uitbreiding van de camping. A is daarnaast voornemens om het landgoed en de camping over enkele jaren te schenken aan zijn zoon.

De keuze voor de NSW of BOR-faciliteit is afhankelijk van verschillende omstandigheden die in de volgende 4 situaties geïllustreerd worden.

Situatie 1 – Het landgoed is niet opengesteld en kan wel tot het ondernemingsvermogen van de camping behoren.

Indien het landgoed niet is opengesteld, kan onder de NSW een 50% vrijstelling worden verkregen met betrekking tot de schenk- of erfbelasting over het bedrag van 2 miljoen. Dit betekent dat er over een bedrag van 1 miljoen schenk- of erfbelasting verschuldigd is. A kan dan op de camping van 1 miljoen de BOR-faciliteit toepassen en is voor dat bedrag vrijgesteld van belasting. Indien het landgoed behoort tot het ondernemingsvermogen van de camping en A de camping exploiteert als eenmansondernemer kan A er ook voor kiezen om de BOR op het geheel van toepassing te laten zijn. De BOR zal dan worden toegepast over een bedrag van 3 miljoen. Ondernemingsvermogen tot een waarde van 1,1 miljoen is onder BOR volledig vrijgesteld. Het overige bedrag van 1,9 miljoen is voor 83% vrijgesteld. Er dient schenk- of erfbelasting te worden betaald over een bedrag van €323.000.  Een keuze voor de BOR-regeling voor het gehele landgoed is in deze situatie voor de hand liggend. Immers behoeft dan de belasting over 1 miljoen krachtens de NSW niet voldaan te worden. Indien A besluit om zijn camping uit te breiden is dit ook de praktische optie aangezien A dan geen rekening hoeft te houden met de NSW voorschriften omtrent rangschikking.

Situatie 2 – Het landgoed is niet opengesteld en kan niet tot het ondernemingsvermogen van de camping behoren.

Onder de NSW kan een vrijstelling van 50% worden verkregen met betrekking tot de schenk- of erfbelasting over het bedrag van 2 miljoen. Dit betekent dat er over een bedrag van 1 miljoen schenk- of erfbelasting is verschuldigd.

Indien het landgoed niet kan kwalificeren als ondernemingsvermogen, kan de BOR alleen worden toegepast op de camping met de waarde van 1 miljoen. Door de volledige vrijstelling van de BOR tot 1,1 miljoen, is er geen schenk- of erfbelasting verschuldigd over de camping. De keuze om de camping onder de BOR te laten vallen ligt dan voor de hand: dat bespaart belasting over 0.5 miljoen die onder de NSW verschuldigd zou blijven.

Eigenaar A dient in deze situatie wel te voldoen aan het rangschikkingsbesluit van de NSW om aanspraak te kunnen blijven maken op de 50% vrijstelling. Een mogelijke uitbreiding van de camping kan tot gevolg hebben dat deze 50% vrijstelling vervalt, omdat niet langer aan de strenge eisen wordt voldaan: op 25 ha mag bijvoorbeeld maar 1 ha camping staan.

Situatie 3 – Het landgoed is wel opengesteld en kan wel tot het ondernemingsvermogen van de camping behoren.

Indien het landgoed is opengesteld kan er een 100% vrijstelling worden verkregen voor het NSW-landgoed t.w.v. 2 miljoen. Indien de camping ook onder deze regeling kan kwalificeren valt ook die waarde (van 1 miljoen) onder de gehele vrijstelling, net zoals dat bij de BOR het geval zou zijn. Bij mogelijke uitbreiding van de camping dient het landgoed dan wel te blijven voldoen aan de hierboven besproken voorwaarden.

Zeker als de camping, bijvoorbeeld na uitbreiding,  een hogere waarde heeft dan 1,1 miljoen is het interessanter om ook de camping, in plaats van onder de BOR,  onder de NSW-regeling te brengen. Hierbij dienen uiteraard wel de strenge voorwaarden uit het rangschikkingsbesluit in acht te worden genomen.

In het geval dat, door uitbreiding van de camping, het landgoed niet meer voldoet aan de gestelde NSW-voorwaarden, kan er, omgekeerd,  ook voor gekozen worden om zowel op de camping als op het landgoed de BOR regeling van toepassing te laten zijn. Mits het landgoed behoort tot het ondernemingsvermogen is dit een mogelijkheid. De BOR is dan van toepassing op het geheel van landgoed en camping t.w.v. 3 miljoen. Na toepassing van de BOR is er voor het geheel dan slechts over een bedrag van € 323.000 erf- en schenkbelasting verschuldigd.

Situatie 4 – Het landgoed is wel opengesteld en kan niet tot het ondernemingsvermogen van de camping behoren.

Doordat het landgoed is opengesteld is er sprake van een 100% vrijstelling voor het landgoed t.w.v. 2 miljoen. De BOR is in dit geval alleen van toepassing op het ondernemingsgedeelte van 1 miljoen. Doordat de BOR een 100% vrijstelling bevat voor ondernemingsvermogen tot 1,1 miljoen is er in totaal dan sprake van een 100% vrijstelling. Is de waarde van de camping hoger, dan is rangschikken van ook de camping onder de NSW dus voordeliger. In deze situatie is er dus helemaal geen erf- of schenkbelasting verschuldigd. Maar, bij uitbreiding van de camping in strijd met het rangschikkingsbesluit kan de vrijstelling onder de NSW wegvallen en in deze situatie 4 kan het landgoed niet onder de BOR vallen.

Conclusie

Al met al blijven zowel de NSW als de BOR complexe regelingen, die aanzienlijk voordeel kunnen opleveren indien de mogelijkheden worden geoptimaliseerd. En beiden bevorderen aldus inderdaad behoud van bedrijf resp. landgoed. Heeft u vragen over het vorenstaande? Dan help ik u, zo nodig met inschakeling van terzake gespecialiseerde fiscalisten uit mijn netwerk, graag verder.

Jeroen.vanwassenaer@loyal.nl