Artikel “Met dank aan Napoleon”.

“Met dank aan Napoleon”.

De invoering in 1811 van de Code Napoleon had mede tot doel Landbezit te versnipperen en daarmee de eraan
verbonden macht van de adel te breken. Dat gelukte door het eerstgeboorterecht af te schaffen en ieder een
(minimaal) gelijk deel te laten krijgen: na pak weg 5 à 6 generaties was het dan ook wel gedaan met die macht
en met dat bezit en moest, om algeheel verval te voorkomen, via de NSW omgekeerd weer enige steun geboden
worden aan die (sterk gereduceerde) landbezitters. Om hen verder als een soort onbezoldigd rijksveldwachters
op de tent te laten passen.

Het raakt sindsdien een thema dat iedere landbezitter met meerdere nakomelingen kent: Hoe houd ik de zaak
nog bijeen en binnen de familie, zonder boze blikken wegens onderbedeling van de andere kinderen?
En tussen die kinderen onderling gaat het verder, zoals bijvoorbeeld in de volgende situatie: Ik ben gescheiden
en moet rondkomen met de kinderen van een karige alimentatie waarmee ik mijn oude levensstandaard niet kan
volhouden en die ander maakt inmiddels mooie sier met nota bene een bezit, dat (eigenlijk) ook van mij is maar
waaraan ik niet komen mag, want dat moet bijeen en in de familie blijven. Maar die ander, die zo’n mooie sier
maakt, werkt dag en nacht en tegen een kleine of soms zelfs geen vergoeding omwille van datzelfde doel: bijeen
houden en in de familie. Om haar vanwege haar persoonlijke omstandigheden financieel tegemoet te komen
moet ofwel het land(goed) alsnog verkocht, geliquideerd worden, ofwel een lening opgenomen worden en het
land verhypothekeerd en hoe, waarvan gaan we dan de rente laat staan de aflossing bekostigen?
Vroeger hadden de boeren op dit dilemma een antwoord: middels welbewuste geboortebeperking zouden zich
dergelijke situaties niet snel meer voor kunnen doen. In Duitsland zien de andere kinderen “vrijwillig “af van hun
aanspraken (tegen een apanage: hulp in (financiële) nood).

Inmiddels heeft de uit de Franse tijd overgewaaide “gelijkheid” best wel in het Nederlandse denkgoed post gevat
en daarmee heeft de vraag: Hoe houden we de zaak bijeen en in de familie een actuele betekenis.
Met allerlei hulpmiddelen (zoals de STAK) wordt vervolgens vanuit die gelijkheid getracht een verdeling te
voorkomen en niettemin het landbezit slagvaardig te kunnen (laten) managen en besturen. Door de
zeggenschap af te splitsen van de eigendom.

Maar emotioneel blijft het een levend onderwerp dat tot (soms voor het bezit: fatale) strijd kan leiden. Niet zelden
voltrekt die strijd zich langs het onderwerp dat de eerstgeborene volgens de anderen niet bekwaam (genoeg) is
om te managen en besturen. Het is dan goed om te beseffen dat dit dus niet zozeer in de persoon van de
eerstgeborene ligt, maar in de casuspositie an sich. Met dank aan Napoleon.

Het betreft niet meer dan de consequentie van een functionele erfopvolging in plaats van een meer
meritocratisch bepaalde aanstelling (waarvoor dan ook weer (meer) betaald moet worden, hetgeen vaak niet
mogelijk is). Monarchaal versus Presidentieel systeem. Uit een studie over familiebedrijven is gebleken dat zo’n
zoon/eerstgeborene opvolger vanwege zijn familieloyaliteit, ondanks dat hij misschien minder dan een externe
man functioneert, het per saldo tòch beter voor het bezit doet.

Hulp bieden, ieder naar eigen kwaliteit, aan die oudste/opvolger, vertrouwen hebben en tonen in zijn/haar inzet
en kunnen, loyaliteit aan de familie en het bezit en het zo nodig kunnen terugvallen op een ondersteunende
rentmeester zijn dan goede uitgangspunten om de eigen situatie telkens weer te spiegelen aan de gedachte dat
het niet aan die eerstgeborene als persoon, maar in de casus an sich ligt. Dat kan problemen voorkomen of
helpen oplossen, zo blijkt mij telkens weer als de familie hulp inroept omdat men er onderling niet goed meer
uitkomt