Vraagstuk 1:
Binnen het bestuur van de organisatie botsen twee bloedgroepen telkens met elkaar: de sfeer en de besluitvaardigheid lijden daar in toenemende mate onder. Met mandaat van de voltallige vergadering schuift, op voorstel van de vergadervoorzitter tot dan toe, een kundige en empathische derde aan als ad-hoc vergadervoorzitter. Het lid van de vergadering dat tot dan de leiding had kan als “gewoon” lid nu eindelijk weer vrijuit mee-vergaderen. De vergaderingen verlopen ineens veel soepeler en er worden weer besluiten genomen;
Vraagstuk 2:
De kinderen vergaderen eindeloos in de Familieberaad over het gezamenlijke bezit: in welke juridische structuur dient het ingebracht te worden en aan wie/welke bestuursleden dient de zeggenschap toegekend te worden? Totdat er een deskundige en empathische derde als vergadervoorzitter aanschuift. Ineens verlopen de vergaderingen veel soepeler en worden opvallend snel besluiten genomen;.
Vraagstuk 3:
Telkens blijkt dat de emoties en terugvallen in oude kinderrollen een destructieve en verlammende invloed op het beraad hebben. Totdat er een kundige, discrete en empathische derde als (stemrechtloos) vergadervoorzitter aanschuift. Ineens verlopen de vergaderingen veel soepeler en worden besluiten genomen;
Vraagstuk 4:
Omdat niet ieder van de aanwezigen voldoende expertise over alle te behandelen onderwerpen heeft, stokt de besluitvorming en raakt het geduld onnodig uitgeput. Toch is er geen tijd te verliezen en partijen moeten nog heel lang samen verder. Nadat er een deskundige en empathische derde als adviserend vergadervoorzitter aanschuift verlopen de vergaderingen ineens veel soepeler en worden besluiten genomen;